Betekenis van de naam

Index

Betekenis “-Borg”

Een Borg (ook: Börg) is de (Groningse) variant van een burcht, oftewel een versterkt kasteel. (Wikipedia).

Burg, analoog aan het Duitse woord Burg, (Middelnederlands: burch, burch) was het oorspronkelijke woord voor een (berg)vesting. (Wikipedia)

Suggesties voor andere betekenissen in deze context heb ik niet aangetroffen

Betekenis “Honde-“

Voor de herkomst van de aanduiding honde- worden door onderzoekers diverse mogelijkheden aangedragen, die hieronder worden beschreven.

Schrijfvormen

Hommen vermeldt dat we hun terugvinden in de vormen hune-, hunde­ en honde-, somtijds vervormd tot hoen-, honer-, hoonder- of hom­. Hij verwijst hierbij naar naamsverbastering in het (hoond = hond). In zijn artikel komen verder ook nog de variaties honden- hunner- hunder- haom- en ha(u)m- voor. (Hommen)

Als voorbeeld van het gebruik van de verschillende schrijfvormen noemt hij de Hondeborg in Zendernerbroek, waarvoor elders de benamingen ’t Haomberg, Homborch en Ha(u)mberg zijn geschreven.

We behoeven er volgens Hommen niet aan te twijfelen dat de woorden hunen- en hondeborg eenzelfde betekenis hebben. Hij verwijst naar Mr. ter Kuile Sr. “die heeft aangetoond dat de Hunenborg te Volthe en de Hondeborg in het Zendenerbroek op elkaar gelijken als twee druppels water, terwijl ook de hondeborgen te Oldenzaal en Vasse in vorm overeenkomen met de beide anderen”.

Het Twents Woordenboek

Verschillende van de genoemde woorden vinden we terug in “Twents in Woord en Gebruik”  (Duikhuis, 1979). Zo vinden we daar:

  • Hoond                        Hond
  • Hoonden                   honden
  • Hoon’                         honden
  • Hön                             honden
  • Hunde                        honden
  • Hunne                        grote kerel, reus van een man
  • Hune                           reus, groot mens
  • Höögte                       hoogte

Ook hier zien we dat in het dialekt verschillende schrijfvormen voorkomen voor hetzelfde begrip.

Mijn vader sprak zijn achternaam Hondeborg in het Twents uit als Hoon’borg. Een mooi voorbeeld hoe makkelijk gesproken en opgeschreven namen uiteen kunnen lopen.

Mogelijke verklaringen

Hoge

Bij het verzamelen van veld-, boerderij- en daarvan afgeleide familienamen in Twente en naaste omgeving besteed W.H. Dingeldein aandacht aan de samenstellingen met hô (en zijn varianten). (Dingeldein, 1952) Hô is de oude vorm van ons tegenwoordige hoog. “Hoge hoven” zijn in Twente niet zeldzaam . Hij noemt als voorbeelden Honhoff, Hoenhof, Hoenstede, Hones(ch), Hoenhorst, Hoenlo, Honmolle, en ook Honborch, Honborg en Homberch

Hij stelt de vraag of het lid hô ook zit in samenstellingen met honde-. Hij noemt als voorbeelden de “Hondeborg, ook wel het Homberg genaamd” te Zenderen, Hondenborg bij Berguizen, De Hondeborch in Zenderen en het Hondeberchs-erve te Ommen.

Dieren of plaggen?

Dingeldein vervolgt echter met:

“Wellicht schuilt er in al deze namen, welke met hond zijn samengesteld óf de naam van het dier de hond, óf van een bepaald soort plaggen, die men hondeplaggen, honden, hunden noemde, en die waarschijnlijk brandplaggen waren”.

B.H. Hommen (Hommen) daarentegen, vindt deze suggestie “niet juist want de plaats waar men vroeger plaggen stak noemde men schaddenveld of plaggenland”.

Reuzen uit het oosten

H. Hommen behandelt Hunnen en Witte Wieven in veld en boerderijnamen. Hij wijst op de prehistorische begraafplaatsen en de vele artefacten die op de gecultiveerde hoog gelegen stukken heide om Oldenzaal gevonden zijn. Hij beschrijft hoe de grafheuvel- en urnenvelden eeuwen lang in een waas van geheimzinnigheid gehuld lagen, waaruit de bijgelovige mens de stof putte voor in de lange winteravonden aan de open haard in het lösse hoes vertelde griezelverhalen.

“De doden spraken niet meer, maar hun geest waarde rond de geest van de hunnen, de reuzen , die uit het Oosten kwamen en tijdens hun verblijf in Twente de huneborgen bouwden. De geest ook van de witte wieven, die aan gouden tafels aten en huisden in of bij de grafheuvels waarin de hunnen begraven waren”. “Nu lacht men om de spookverhalen van vroeger … en het zijn … alleen nog enige veld­ en boerderijnamen die ons blijven herinneren aan de hunnen en de witte wieven”.

De herkomst van de hunnen wordt nader verklaard in de Etymologiebank. (etymologiebank)

Hunnen, Aziatische nomaden die in de 4e en 5e eeuw in Europa huishielden. …[verwijst naar] Hüne ‘reus’, dat vanuit het Nederduits eind 18e eeuw door dichters als Gottfried August Bürger en Heinrich Voss in de standaardtaal terechtkwam, maar ook al verschijnt als Middelhoogduits hiune ‘reus’ [13e eeuw; Pfeifer] en Vroegnieuwhoogduits heune [15e eeuw; Pfeifer]. Hüne is hetzelfde woord als Oudsaksisch en Oudhoogduits hūn, die beide ‘Hun’ of ‘Hongaar’ aanduidden en dus uiteindelijk toch teruggaan op de volksnaam der Hunnen. De vorm Hunnen, ook Duits Hunnen, is gebaseerd op middeleeuws Latijn hunni ‘Hunnen’….

Op de duitse Wikipedia pagina over hünenburgen (de.wikipedia) wordt uitgelegd dat de naam geen verwijzing naar de Hunnen inhoudt. Als men in de late middeleeuwen de herkomst van de naam in de vergetelheid is geraakt, en gezien de heuvels en steenmassa van de burchten, ging me er vanuit dat er Hunnen voor nodig waren geweest om ze te op te bouwen:

 „Sagen von Hünen knüpfen sich im Schaumburgischen häufig an hervorragende runde Hügel; was ein Hüne ist, weiß hier Jedermann, auch, dass die Hünenburgen und Hünenbrinke dadurch entstanden sind, dass ein Hüne den Sand aus seinen Schuhen geschüttet hat.“ – Karl Lyncker: 1854

Ofwel: … Hunnenburgen en Hunnebrinken zijn ontstaan doordat een Hun het zand uit zijn schoenen heeft geschud….

Honderdschap

De naam Hondeborg zou kunnen verwijzen naar de woonplaats van een Frankische aanvoerder van een huntari of honderdschap, een gebied van waaruit de boerenbevolking een legereenheid van honderd man kon leveren. (Erve Hondeborg)

Bestuurlijke eenheid

In het archief van het Huis Rechteren bij Dalfsen zijn diverse verwijzingen te vinden naar “hondschap”. In Genwiki Limburg wordt het begrip Honschap verklaard (Gen Wiki Limburg):

Een honschap (ook: honnschaff, hondschap, hondtschap, hontschap) is een oud begrip voor een soort buurtschap, een relatief klein gebied met daarin verspreid liggende hoven, boerderijen en huizen. Waarschijnlijk was de honschap de laagste bestuurlijke eenheid. De term werd kennelijk niet algemeen gebruikt en beperkt zich tot het Bergisches Land (D) en delen van het Rijnland. Steeds gaat het om oude Frankische nederzettingsgebieden en de onderverdeling gaat dan ook wellicht terug tot de Frankische tijd.

Ook in het duits is de term als “hunschaft” terug te vinden. Volgens het “Deutsches Rechtswörterbuch is een hunschaft een buren- of boerengemeenschap, in de omgeving van de Rijn een bestuurlijke eenheid onder het kerspel (Deutsches Rechtswörterbuch).

Verder zoeken op het onderliggende woord Hunne, ook wel Hund geeft als betekenins in de omgeving van de Rijn: Schütz, Bezirk u. Organ, ofwel: Hoeder, District en Orgaan. Met de term kan ook een locale ambtdrager worden aangeduidt. (Deutsches Rechtswörterbuch).

Oppervlaktemaat

Wikipedia leert ons over de hont of hond het volgende (Wikipedia):

De hont of hond is een oud-Nederlandse oppervlaktemaat. Eén hont is 100 roede .. . De Rijnlandse hont is 0,14 hectare, maar de maat kan per gebied verschillen. De maat was tot in de 19e eeuw in gebruik.

De hont werd ook wel honderd genoemd en als zodanig terug te vinden in de streeknaam Honderd bij Loppersum. Ook de Hondsbossche Zeewering, die is vernoemd naar het Hondsbos dat daar ooit gelegen heeft, dankt indirect haar naam aan deze oppervlaktemaat. Waarschijnlijk betrof het een bos ter grootte van een hont.

Het woord hond komt uit het germaans en stamt af van het woord hunda. Dat zowel hond als honderd betekende. …

Zou het mogelijk zijn dat de veldnaam Hondsborch, net als het Hondsbos, een verwijzing is naar deze oude oppervlaktemaat?. Op basis van de afmetingen opgegeven voor de Hunenborg was het oppervlak van deze borg in de orde van 6 hond.

Saksen

Op de Wikipedia pagina over de Hunneschans aan het Uddelmeer op de Veluwe wordt gesteld dat de naam, net als bij de hunebedden, geen verwijzing is naar Hunnen, maar mogelijk naar “Hūnen”, ofwel Saksen (Wikipedia). Als bron daarvoor wordt verwezen naar het Nederlands Etymologisch Woordenboek waar, onder hunebed, het volgende wordt verteld:

Er is echter een woord Hūnaland in ngerm. bronnen, waarmee Saksen aangeduid werd, zelfs meer bepaald Westfalen. Anderzijds heet Siegfries inn hūnski en daar hij de typische Frankische held is, verklaart E. Brate, ZfdW 12, 1910, 114 vlgg. Hūnaland als het land de Franken. – Beda noemt in de 8e eeuw onder de voorvaderen der Angelsaksen naast de Angelen en de Saksen ook de Hunni, die hij dus in Noord-Duitsland locailiseert.

Discussie en conclusie

De geleerden voor mij hebben de achtergond van de naam hondeborg en zijn varianten niet eenduidig weten te bepalen. Gelukkig is daardoor ook ruimte ontstaan voor mooie verhalen over reuzen, viervoeters en, wat minder romantisch, heideplaggen.

Opmerkelijk is wel dat de verwijzingen naar hond of hunne als bestuurlijke eenheid en locale bestuurder en de overeenkomst met hond als oppervlaktemaat niet terug te vinden zijn in diverse etymologische woordenboeken.

De vormen hond-, hon-, hund- en  hunne die worden genoemd in de betekenis van lokale bestuurseenheid dekken echter wel de zelfde diversiteit aangetroffen in de veldnamen in, met name, het oosten van Nederland en Duitsland. In de samenstelling met -borg en de varianten daarop lijkt een (vlucht)burg voor de locale boerengemeenschap, of burg van de locale ambtman, een goed passende verklaring van de diverse hondeborchen en hunneborgen.

Verder vind ik opmerkelijk dat ik de term hondeborg/hunneborg alleen heb aangetroffen in het saksische deel van de nederlanden en in het duitse taalgebeid. Daarmee lijken algemeen geldende verwijzingen naar bij voorbeeld volkeren uit het oosten, hoogten en oppervlaktematen, mij minder aannemelijk.

Helaas ben ik op mijn zoektocht naar de herkomst van mijn achternaam geen eenduidig antwoord tegengekomen. Volgens mij past echter de hond-schap of hun-schaft, als benaming voor bestuurlijke eenheid of buurtschap het best in de context. Een “Hondeborg” is dan een burg waar de buurtschap bescherming kan zoeken in tijden van bedreiging.